Nieuws

11 FEB 2015

Recente cijfers rond comazuipen leggen de vinger op de wonde

jongeren binge

De jaarlijkse leerlingenbevraging van de VAD bij onze Vlaamse scholieren ( jaarlijks ongeveer 30.000 scholieren) leert ons dat het alcoholgebruik bij onze jongeren al enkele jaren dalende is. We weten ook dat een kleine minderheid van deze jongeren het moeilijker heeft om op een verantwoorde manier met alcohol om te gaan en dus in de problemen komt.

Voor het eerst hebben we door deze cijfers van het IMA (intermutualistisch Agentschap)  een duidelijk beeld van hoeveel jongeren door alcoholmisbruik op de spoeddiensten terechtkomen. Er werd preciezer geregistreerd; systematisch door spoeddiensten op basis van een bloedproef. Deze kleine groep van alcohol-misbruikende jongeren heeft nood aan hulp en begeleiding aangezien men heel wat gezondheidsrisico loopt.

Jongeren zouden bijvoorbeeld via de spoeddiensten systematisch doorverwezen kunnen worden naar jongerentrajecten. we denken dan bijvoorbeeld aan het bestaande aanbod vroeginterventie   en de implementatie van het totaalconcept TAKE CARE. TAKE CARE   is een recent ontwikkelde en geëvalueerde methodiek waarbij jongeren die risicovol alcoholgebruik vertonen een intensieve training volgen rond hun risicogedrag en waarbij ook gewerkt wordt naar ouders, sleutelfiguren en verkopers van alcohol.

Wat ons nationaal alcoholbeleid betreft, moeten jongeren in het algemeen blijvend geïnformeerd en gesensibiliseerd worden rond alcohol. Maar sensibiliseren alleen is niet genoeg, een integraal alcoholbeleid betekent naast sensibiliseren ook vroeginterventie, begeleiding, regulering en controle. Deze waaier aan maatregelen zaten allemaal vervat in het alcoholplan   dat  een aantal maanden geleden helaas niet door de Federale ministerraad werd overgenomen.  

Uit onderzoek weten we dat volgende maatregelen zinvol zijn (e-book Peter Anderson, pdf)   :

  • Alcohol duurder maken (10%); consumptie daalt en de schade daalt. Een prijsdaling zorgt daarentegen voor meer doden.
  • Aanbod beperken; bijvoorbeeld beperken van de verkoop na 23u.Happy Hours beperken, ...
  • Reclame beperken; jongeren gaan onder invloed van reclame sneller en meer drinken. zie publicatie van de VAD
  • Warning labels; de consument heeft recht op gezondheidsinformatie betreffende het product.
  • Hulp aanbieden. Zelfs korte interventies helpen en zijn zeer kostenefficiënt.

DFR

10 FEB 2015

Zijn games werkelijk zo verslavend en waar moet ik als ouder aandacht aan besteden?

gamer at play

Computergames kunnen erg verslavend werken. Zeer veel mensen gamen op geregelde basis, als tijdverdrijf, als hobby, om samen met anderen een leuke activiteit te hebben. De meesten ontwikkelen geen verslaving en kunnen het gamen harmonieus combineren met andere activiteiten en verantwoordelijkheden. Voor sommige gamers(1-10%)is het echter zeer verleidelijk om meer en meer te gamen, en ze verliezen geleidelijk aan de controle over andere levensdomeinen om beter te worden in het game dat ze spelen, of omdat ze het gevoel hebben dat er niets anders meer is dat hen kan boeien, of waar ze goed in zijn.

Niet alle games zijn even verslavend, het zijn vooral het online gamen met anderen dat de kroon spant op het gebied van verslavingsrisico. De gamer treedt binnen in een gamewereld waar spelers van over de hele wereld met elkaar in contact kunnen komen. Ze ontmoeten er hun gamevrienden om samen uitdagingen aan te gaan, of men gaat op zoek naar andere gamers om een avontuur te beleven.

De online games hebben een zeer goed uitgekiende beloningsstructuur, die aanzet om te blijven spelen. Games kunnen grafisch heel goed uitgewerkt zijn met een hoog realiteitsgehalte (cfr. Farcry), maar kunnen evengoed erg basic zijn uitgewerkt (cfr. Minecraft). Wat hen gelijkend maakt, is dat men beter kan worden en zich daarbij kan meten met anderen. Je vooruitgang is zichtbaar voor anderen, men stijgt in rang, krijgt meer punten en kan zijn gamepersonage vaak uitbouwen, wat status kan geven. Elke actie wordt beloond of afgestraft, men krijgt directe feedback, die aanzet om het de volgende keer anders en beter of sneller te doen. progressie in vaardigheden is veel sneller te bereiken, en dit meesterschap is iets wat in de offline wereld voor bepaalde gamers veel moeilijker te bereiken is. Naast de onmiddellijke feedbacklussen van beloning die iemand aanzetten om te blijven spelen, zijn er ook in vele games nevendoelen te behalen, die een gamer langer aan het spelen houden, zogenaamde achievements. Men kan badges verdienen, medailles of titels, door bepaalde doelen te bereiken. Dit kan gaan van een aantal uur ononderbroken spelen tot het verslaan van een vooropgesteld aantal medespelers, of het volgehouden uitvoeren van een vooropgestelde handeling zoals vissen bijvoorbeeld. Iemand die niet met anderen aan het spelen is, kan dus ook voortdurend online gaan om achievements te behalen en vaardigheden aan te scherpen.

Niet iedereen is even gevoelig aan gameverslaving. Gamers die van in het begin van het spelen voldoende waarde blijven hechten aan hun offline sociale leefwereld en activiteiten, en er in blijven investeren, lopen minder risico. Gamers die opgroeien in een gezin waar aandacht is voor wat ze doen, ook als ze online zijn, leren van bij aanvang dat er afspraken gemaakt dienen te worden over gamegebruik, om het hanteerbaar te houden. Gamers die in een moeilijke levenssituatie verkeren, en in het game een ontsnapping vinden van negatieve gevoelens, zouden tijdig bijgestaan moeten worden in het hanteren van andere omgangsstijlen voor hun emoties en in het bijsturen van hun levenssituatie. Overgangsmomenten vragen in dat opzicht extra aandacht: verandering van school, woonplaats, verhuis van vrienden, echtscheiding ouders, broer of zus die uit huis gaat… Gamers met een autismespectrumstoornis zijn ook erg vatbaar voor verslaving, ze hebben extra nood aan ondersteuning in het installeren van betekenisvolle sociale offline activiteiten en zijn erg vatbaar voor de online sociale aanvaarding, die voor velen een volwaardige vervanging betekent voor wat ze offline moeilijk kunnen bereiken. Het is ook gebleken dat jongeren met ADHD gevoeliger zijn voor gameverslaving. Impulsiviteit maakt zelfcontrole moeilijker en games kunnen de aandacht voor langere tijd vasthouden dan vele analoge activiteiten.

Een internetspecifieke opvoeding, waar het thema internetgebruik bespreekbaar is en waar ouders monitoren wat hun kind online doet, is een goede buffer tegen overmatig gebruik van games. Ouders dienen ondersteuning te krijgen in het hanteren van een internetspecifieke opvoeding. Het is een opvoedingsvaardigheid die ze niet hebben meegekregen in hun eigen opvoeding, en waarin velen nog zoekend zijn. Vroeg genoeg beginnen is in ieder geval de boodschap.

In Samenwerking met de UCLL(university college Leuven Limburg)  organiseren we op 31 maart een laagdrempelige kennismakingsavond voor ouders over de games die hun kinderen en jongeren spelen. 

HBO

05 FEB 2015

"Online heb je niet door dat je echt geld verliest"

online gokken

Zo'n 150.000 Belgen die weleens een gok wagen, raken in de problemen. Online zijn in ons land al 1 miljoen spelers geregistreerd. Gokwebsites doen gouden zaken en de overheid verdient mee. Controles zijn ondermaats...

Intussen werd de Kansspelcommissie ook door de hulpverlening aangesproken op het groeiende succes van onlinegokken. De Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen (VAD) sloeg al in 2013 expliciet alarm. Gokwebsites hebben een lagere drempel, spelers vergeten sneller dat ze met echt geld bezig zijn en de operatoren maken agressiever reclame.

Lees het verhelderend artikel van Wouter Woussen dat verscheen in De Standaard (pdf)

Meer informatie over gokken en online zelfhulp van je op onze website Gokhulp.be 

03 FEB 2015

Provinciaal vormingsaanbod preventie

impulsdag jongeren maart 2015

Naast de preventieve werking in de Limburgse gemeenten, doet de preventiedienst van de CAD Limburg in 2015 ook een provinciaal aanbod naar een aantal sectoren en doelgroepen:

Provinciale studiedag lokale besturen 17 maart

Het gebruik van alcohol en drugs zorgt voor bijkomende risico’s op de werkvloer. Gezondheid, welzijn, veiligheid en arbeidsrelaties kunnen eronder te lijden. In de privésector verplicht CAO 100 de werkgever om aandacht te geven aan dit thema. In de openbare sector is de nood aan een duidelijk alcohol- en drugbeleid niet minder groot. Op deze studiedag willen we jullie inspireren voor een preventieve aanpak. k1193213280e249148106l848195780l427295589y351230493.1954279346j1796750711a1158889755c2025456323o1136875634b1800729424s1623367192@2104776900c324639875a1056350845d790112909l1957488416i18845174m684348084b1346309290u193854442r324227279g1264607416.674982546b1277460195e912069274

Provinciale impulsdag jongerenwerkers 24 maart

Soms kom je als jongerenwerker voor uitdagingen te staan en weet je niet direct wat je moet doen. Tijdens deze impulsdag worden er aan de hand van workshops handvatten aangereikt aan professionele jongerenwerkers en worden antwoorden gegeven op vragen waar zij mee zitten. wannes.broux@cadlimburg.be

Provinciale studiedag gamen 31 maart

Een boeiende en laagdrempelige (en bovendien gratis) kennismakingsavond voor ouders over de games die hun kinderen en jongeren spelen. Na deze avond zal je een beter zicht hebben op wat deze kinderen en jongeren allemaal gamen en waarom dit zo aantrekkelijk voor hen is. Hiernaast zal je beter weten hoe je als ouder met deze ‘hobby’ kan omgaan. d546103218i976292989m2092583413i60920349t2146493522r1138313046i310068455.847205654d1565608635a661298948s654001353@1214875699c1820188703a531974028d204267685l1473434479i7857572m161560938b1798074354u1064208417r951673847g1608079123.1083053591b1636021931e806904765

Impulsdag BUSO 22 april

Op deze impulsdag kunnen leerkrachten BUSO kennismaken met het kader van gezondheids- en drugbeleid op school, kennismaken met materialen rond tabakspreventie, aandacht voor KOPP en KOAP, kennismaken met de leerlijn drugpreventie BUSO en bijhorende materialen ontdekken e1276908033v1960249211i2071512181.1951890579b1090225758o836097807g350510150a2066518747e781197573r411430499t2065528621s1919510619@721498954c765250627a1337635606d1382797902l1419251980i405027657m1055502957b1951226008u609295343r381453789g1959083580.770856281b32044495e875808350

Provinciale impulsdag voor de bijzondere jeugdzorg 26 mei

In Samenwerking met drugslink organiseren we een impulsdag in het kader de VAD-methodieken ‘iedereen drinkt, iedereen blowt’, ‘Crush’, ‘SEM-J’ en ‘BackPAC’. e1722530128l1640123618l1958861941e1211068411n299544735.1088286327g1023833974i223573268b892693258n2114059732e1059671076y1243203408@2033094831c1840868649a1654633907d1951139804l1612895620i228649213m568906784b803047578u1611447115r1988158764g1208075236.519466425b1791901125e1817370579

Provinciale impulsdag Lager onderwijs op 3 juni

In samenwerking met het Logo Limburg organiseren we op 3 juni een impulsdag waar o.a. het lespakket rond gamen ‘vlucht naar avatar’ wordt toegelicht. w900920214a1603501057n440743212n932964709e331825759s15789692.425604680b143204053r1226858103o725149415u1231490380x103208430@948722684c2124183638a69784514d2008393760l1219903399i2102879346m1701778761b727053658u1906535502r1167190733g955702872.327958638b1970238311e419666339

30 JAN 2015

Serious game SKILLVILLE

skillville

De Universitaire Campus Leuven Limburg ( voorheen KHLIM) werkte de afgelopen jaren aan het educatief game SKILLVILLE. 

SKILLVILLE is een multimediatool of serious game dat leerlingen/volwassenen levensvaardigheden aanleert. De ruggengraat van SKILLVILLE wordt gevormd door financiële educatie. Andere sleutelcompetenties: techniek, wetenschappen, moderne vreemde talen, sociale en burgerschapscompetenties, creativiteit en ondernemingszin, sociaal-emotionele ontwikkeling en relationele vaardigheden, die invloed kunnen hebben op de financiële geletterdheid worden tevens mee aangeboden en gerealiseerd.

 SKILLVILLE biedt daarnaast ook een pakket rond universele Tabak-, alcohol- en drugpreventie aan, toepasbaar en op maat van de 1ste, 2de en 3de graad secundair onderwijs.

Alcohol- tabak- en drugsgebruik kunnen in verschillende graden en vormen de financiële situatie van jongeren en volwassenen beïnvloeden. Ze beïnvloeden ook rechtstreeks de fysieke en de mentale gezondheid. Fysieke en mentale gezondheid maken ook deel uit van de vakoverschrijdende eindtermen. Ze behoren dus zeker tot de levensvaardigheden waar leerlingen mee opgeleid moeten worden.

 Het materiaal kadert binnen een algemene beleidsmatige aanpak. Voor alcohol en andere drugs is dit het concept van een ‘Drugsbeleid Op School’, waarmee de school op een beleidsmatige manier werkt rond alcohol- en andere drugs.

 Het pakket rond Tabak, alcohol en drugs focust op gezondheidseducatie met als doel leerlingen kunnen aanzetten om zich “bewust, weloverwogen en verantwoordelijk te gedragen”. Het kunnen inschatten van grenzen, wat is aanvaardbaar wat niet en hoe hier verantwoord mee kunnen omgaan is de doelstelling. Een correcte beeldvorming aangaande alcohol, tabak en cannabis is noodzakelijk (Gezondheidsbeleid op school, n.d.; VLOR, n.d.).

Meer info en een demoversie vind je op skillville.be, voor de ondersteuning bij een Drugbeleid op school kan u beroep doen op de preventiedienst van de CAD Limburg.

 DFR

30 DEC 2014

Het afscheidsinterview met Marcel Vanhex

Marcel Vanhex

Na ongeveer 30 jaar aan het roer te staan van de CAD Limburg verlaat de kapitein zijn schip.

Deze week trekt hij, zoals het zelf zegt, de deur van de CAD definitief achter zich dicht na 32 jaar trouwe dienst. We wilden dan ook graag even de tijd nemen om stil te staan bij die afgelopen drie decennia. Een periode waarin maatschappelijk engagement, actie en ‘poeier’ de rode draad vormen.

Hoe is het allemaal begonnen?

Ik ben eigenlijk eerder toevallig bij de CAD Limburg terechtgekomen. Ik werkte eerst bij de Wereldscholen en nadien als Nationaal secretaris bij de KAJ. Mijn ambitie was om aan de slag te gaan bij de christelijke arbeidersbeweging  (ACW). Maar een aantal hooggeplaatste ACV’ers zagen mij liever niet komen vanwege mijn  toenmalige engagementen in onder andere de Wereldscholen en een aantal sociale acties waaraan ik destijds deelnam. Ik had onder andere piket gestaan bij een niet erkende vakbondsactie bij Ford Genk en zat in de groep van de A24, een actiegroep tegen de aanleg van de expresweg A24 die dwars door natuurgebieden dreigde te lopen.

Mijn laatste wapenfeit bij de KAJ was de organisatie van de jongerenmars voor werk eind april 1982. Na de afgesproken periode van vier jaar bij de KAJ moest ik opzoek naar een andere job. Via een tewerkstellingsproject (Bijzonder Tijdelijk Kader, BTK) kon ik na vijf maanden werkloosheid als preventiewerker beginnen bij de CAD, wat toen nog het Consultatiebureau voor Alcohol- en andere Toxicomaniën heette (CBAT). Het is pas na een jaar of twee, drie dat ik door interne verschuivingen co-directeur ben geworden en enkele jaren later directeur. Er werkten toen 8 collega’s op de dienst.

Kan je kort je carrière op de CAD overlopen?

Eind jaren ’70 begin jaren 80 werd ook in Limburg de drugproblematiek zichtbaar.  Vooral de middenklasse  kreeg te maken met het drugfenomeen. We hadden het gevoel dat we de link met deze nieuwe problematiek aan het missen waren. Het was toenmalig collega Maurice Baptist die het straathoekwerk introduceerde als antwoord op dit fenomeen. We zijn in 1985 als eerste dienst in België gestart met straathoekwerk.

Midden jaren ‘80 ging de drugproblematiek zich ook enten op de kansarmoede, die hand in hand ging met de sluiting van de steenkoolmijnen.  Het is dan ook niet toevallig dat de eerste contracten met Genk en Maasmechelen werden afgesloten.  Nadat ons nieuw registratieonderzoek uitwees dat de drugproblematiek zich niet beperkte tot de mijnregio  sloten meerdere gemeenten samenwerkingsovereenkomsten af. Met BTK middelen zijn we in diezelfde periode gestart met het preventieteam.

In 1997 werden de Medische Sociale opvangcentra (MSOC) opgericht en startten in dezelfde periode, onder impuls van toenmalig Minister van Binnenlandse Zaken dhr. Louis Tobback, de Preventie en veiligheidscontracten in een aantal gemeenten.

In 2001 volgde dan de fusies van de CGG’s. De decretale CGG equipe van CAD fusioneerde met de VGGZ, met als onderlinge afspraak tussen de Raden van Bestuur van de VGGZ en CAD dat de ex-CAD  medewerkers verder functioneel zouden blijven deel uitmaken van het CAD CGG en preventieteam.

Als je terugkijkt op die 32 jaar wat zijn dan je grootste verwezenlijkingen?

Zelf heb ik niet zoveel verwezenlijkt… , wat ik als verwezenlijking beschouw is dat ik de juiste, geëngageerde mensen heb aangetrokken en die de ruimte en vrijheid heb gegeven om initiatief te nemen en dat te ontwikkelen. Vroeginterventie, online hulp, straathoekwerk,  Europeers, Take Care, Slimkicken, ons uitgebreid individueel en groepsaanbod en vele andere projecten/initiatieven werden ontwikkeld, uitgewerkt en gerealiseerd door creatieve en geëngageerde collega’s die ik heb kunnen ondersteunen via het geven van vrijheid en het zoeken van middelen.  Steunend op hun inzet, creativiteit en realisaties heb ik werkingsmiddelen kunnen mobiliseren.  Je kan geen dertig jaar gebakken lucht verkopen, er moet poeier achter zitten. De directeur moet voorwaardenscheppend zijn. Onze middelen  en personeel  zijn over de jaren heen gegroeid, van 8 naar meer dan 70 medewerkers.  Toch lopen we momenteel  tegen onze limieten aan en kunnen nog amper aan de maatschappelijke verwachtingen voldoen.

Wat waren de moeilijkste momenten?

Het methadondebat halverwege de jaren ’90 was een moeilijke discussie die uitgedraaid is op een personeelsconflict. Extern en intern was er heel wat discussie rond het middel methadon en het gebruik ervan binnen de verslaafdenzorg. Intern was er geen consensus over starten met methadon. Inhoudelijk stond ik achter het methadonproject als meededogen voor de zwaksten door de eisen niet altijd heel hoog te stellen. Niet alleen heroïneverslaafden hebben dagelijks een hulpmiddel (medicatie) nodig om de dag door te kunnen. Ik vond het provinciaal organiseren van een geïntegreerd methadonprogramma een opportuniteit die we niet mochten missen. Hadden we de opstart van het methadonprogramma gemist dan was de CAD nooit geworden wat het nu is.

Een andere moeilijke interne periode was onze beeldenstorm en het rookverbod. Onze stichter was een priester: Prof. B. Paesmans. Zoals zo vele sociale organisatie in Limburg  heeft ook de CAD diepe wortels in de Christelijke Caritas traditie. Samen met onze omgeving zijn ook wij geseculariseerd en hebben al jaren een pluralistisch profiel. Wel opletten!, “pluralisme” is een containerbegrip.  Voor sommigen betekent pluralisme ‘strijden tegen religiositeit’. In enkele toenmalige lokaaltjes hing nog een kruisbeeldje. Die moesten weg. Oké, maar we hadden ook een medewerkster die op haar kraag een kruisje had, dat moest dan ook weg. Een pijnlijke discussie die voor mij veel weg heeft gehad van wat later het hoofddoekenverbod is geworden.

Een andere moeilijk moment was het rookverbod. Er werd destijds overal en bijna door iedereen gerookt. We hebben het rookverbod pas kunnen invoeren dankzij de wetgever. Het was van moetens.

Een constante moeilijkheid is de onzekerheid rond de projectwerking. Eén derde van onze werking bestaat uit projectwerking. Dit ieder jaar opnieuw rondkrijgen veroorzaakte heel wat stress, natuurlijk in eerste instantie bij de betrokken medewerker, maar ook bij mezelf. De laatste drie, vier maanden waren in die zin ook weer moeilijk om alles gecontinueerd te krijgen voor 2015.

Wij hebben momenteel overeenkomsten met alle Limburgse lokale besturen. Ik heb altijd met alle politieke strekkingen kunnen samenwerken zonder echte problemen. Bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen was ik wat ongerust door het groot aantal wissels aan de macht. Maar ik moet zeggen dat dit met een grote loyaliteit naar de dienst is verlopen.

Ik heb trouwens een groot respect voor de inzet en het engagement van gemeentelijke mandatarissen. Als je bekijkt wat men moet doen voor het gemeentelijk mandaat; aantal avonden, weekends,... Ik zou het niet kunnen.

Deze week sla je, zoals je zelf zegt, de deur definitief achter je dicht. Wat ga je missen?

Ik denk dat ik het pas ga missen op het moment dat ik het kwijt ben. In eerste instantie de collega’s en het netwerk er omheen. Maar ik denk ook de blik op het ruimer geheel. Ik heb de 'chance' gehad om gedurende mijn hele beroepsloopbaan mijn maatschappelijk engagement  te kunnen vertalen in mijn job. Ik kon dit door mijn job in actie brengen. In actie brengen was voor mij directeur zijn, mensen stimuleren.

Onze dienst geeft prioriteit aan maatschappelijk kwetsbare groepen. We zijn onder andere georiënteerd naar armoede en kansarmoede. Dat is ook  mijn persoonlijke drive. En dat ga ik missen. Ik moet een andere weg vinden voor mijn maatschappelijke engagement. Ik heb daar een aantal ideeën over maar nog niets concreet. De voorbije maanden waren daar te druk voor en misschien zit ik nog wat in de ontkenning. Op pensioen gaan is toch een beetje een rouwproces.

Wat zijn voor jou de grootste uitdagingen voor de CAD de komende jaren?

De uitdaging voor de komende jaren, en dat is niet alleen voor de CAD zo, is de plaats en de ruimte van de categoriale zorg in Vlaanderen. In de beleidsbrief van de Minsister staat dat de organisatie van de verslaafdenzorg zal herbekeken worden. Eind 2015 organiseert de Minister een conferentie verslaafdenzorg. We zijn het aan onszelf verplicht om daar mee richting aan te geven. Onze dienst is een referentie organisatie in Vlaanderen. Dat biedt mogelijkheden maar ook verantwoordelijkheden. We moeten de ambitie hebben om mee de richting te geven aan de organisatie van de categoriale zorg in Vlaanderen.

Intern ligt de uitdaging om ons serieus te bezinnen over onze organisatie zodat die weer aangepast is aan onze eigen ontwikkeling. Ik denk dan aan de teamgrootte, de opsplitsing alcohol en andere drugs die voorbijgestreefd is, de organisatie van de zorg en preventie met onder andere de samenwerking met de Logo’s, meer inzetten op selectieve en geïndiceerde preventie, de uitdaging die er is rond armoede, … .  Kortom, binnen vijf of tien jaar ga je deze dienst meer herkennen!

We zitten als dienst in een zeer sterke uitgangspositie en er is veel potentieel aanwezig bij het personeel. We hebben een groot draagvlak bij de lokale besturen en de collega gezondheids- en welzijnsorganisaties. We hebben dus de troeven in de hand om te anticiperen op de maatschappelijk ontwikkelingen en die mee richting te geven in de richting waarin we geloven. Dat we momenteel op dit kruispunt staan, is ook de reden waarom ik één jaar vroeger stop. Ik wil niet iets op gang zetten om dan halverwege de rit uit te stappen.

Een zitje in de raad van bestuur?

Ik heb al mijn mandaten die gelieerd zijn aan de CAD opgezegd. Ik heb geen ambitie om een mandaat op te nemen in onze sector. Binnen de CAD hebben we destijds afgesproken dat je eerst 10 jaar moet afkicken vooraleer je eventueel  in de RvB kan terugkeren.

Wat staat er de volgende dagen nog in je agenda?

Ik wil nog een aantal dossiers afronden en een artikel afwerken over de reorganisatie van de verslavingszorg in Vlaanderen. We moeten de ontwikkelingen vooruit zijn.

Een laatste goede raad voor je collega’s op de CAD?

Vooruit blijven kijken en nadenken over onze toekomstige organisatie. Durf over het muurtje kijken!  Hoe is men elders georganiseerd, bijvoorbeeld in Rijsel of Dortmund. Mentaal tabula rasa durven maken over onze organisatie-structuur: directie, teams, overleggen,… . Eén van de manieren om dat te doen is te kijken hoe het elders loopt. Misschien is het oprichten van een VZW rond personeelsuitwisseling nog wel een goed idee (knipoog).

DFR