Nieuws

19 MAA 2019

Het aanbod van Rebootkampen voor risicovolle gamers kent een vervolg in 2019

Na enkele succesvolle try-outs in 2017 werd Reboot uitgerold over Vlaanderen in 2018. Naast het kamp in Limburg, werden kampen georganiseerd in Oost-Vlaanderen en Antwerpen.

In 2019 zullen vijf kampen plaatsvinden in de volgende regio’s: Antwerpen, Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen, Brussel en Limburg.

Tijdens het Rebootkamp worden deelnemers uitgedaagd om op een actieve, creatieve en reflectieve manier aan slag te gaan met leeftijdsgenoten die eenzelfde passie hebben voor gamen. Groepsdynamica en zelfontdekking staan centraal doorheen het kamp. Deelnemers kunnen zich onderdompelen in een waaier van activiteiten die mogelijk een plaats kunnen innemen in hun leefwereld naast gamen.

Meer info over Reboot en de geplande kampen op rebootkamp.be

Via onderstaand filmpje leer je meer over wat Reboot kan inhouden:

06 FEB 2019

Kick-Off Social Norms Approach project

Afgelopen week werd in Maastricht het startschot gegeven van het SNA-project van euPrevent dat tot eind augustus 2021 zal Lopen in Euregio Maas-Rijn waar Limburg deel van uitmaakt.

Uit bronnen en eigen onderzoeken blijkt dat schadelijke consumptiegedrag bij jongeren en senioren in de Euregio Maas-Rijn (EMR) zorgelijk zijn. Het uiteindelijke doel van dit euregionale project is om het gebruik van schadelijke consumptiegedrag zoals; alcohol, drugs en medicijnen bij de doelgroepen jongeren en 55-plussers in te perken.

Focus van het project

De ‘Social Norms Approach’ is een veel belovende aanpak als het gaat om gedragsverandering, in combinatie met andere preventiemaatregelen. Onderzoek laat zien dat mensen met schadelijk gedrag aanzienlijk minder gaan gebruiken wanneer ze hun norm bijstellen. In dit project wordt deze wetenschap ingezet om norm-voorlichtingsboodschappen te ontwikkelen voor jongeren en 55-plussers.

Wat is ‘Social Norms Approach’?

Individuen geloven dat hun gedrag overeenkomt met het gedrag van de meerderheid van de mensen uit hun omgeving. Zo denkt een zware drinker vaak dat mensen in zijn omgeving ook veel drinken. De ‘Social Norms Approach’ gebruikt positieve boodschap(pen) om ongezonde misvattingen te corrigeren, boodschappen gebaseerd op de daadwerkelijke sociale normen uit de omgeving. Deze inzichten inspireren en stimuleren een gezonde leefstijl.

Inventarisatie

In dit project worden de gangbare sociale normen in beeld gebracht van de doelgroepen jongeren (12-26 jaar) en 55-plussers, ten aanzien van gedrag dat schadelijk is voor de gezondheid. Data over gebruik en misbruik worden geïnventariseerd.

Euregionale preventiecampagne

Op basis van de inventarisatieresultaten wordt er een euregionale preventiecampagne uitgewerkt voor beide doelgroepen. Een positieve preventiecampagne om mensen te voorzien van de juiste inzichten op het gebied van bijvoorbeeld alcohol, drugs en medicijn gebruik. Om hen te inspireren én te motiveren gezondere keuzes te maken.

Samenwerking

Het project euPrevent Social Norms Approach is een samenwerking tussen 11 projectpartners uit de Euregio Maas-Rijn, die al ruim 15 jaar samenwerken aan diverse projecten binnen de programmalijn ‘euPrevent Verslaving’. Mondriaan is de leadpartner van dit project.

Ook na dit project blijft de ‘Social Norms Approach’ toepasbaar en inzetbaar ter preventie van andere gezondheidsproblemen in de Euregio Maas-Rijn.

Het SNA-project wordt ondersteund door het Interreg V-A programma Euregio Maas-Rijn. Voor Belgisch Limburg zijn de Stad Hasselt en CAD Limburg partner in het project.

Meer info: Euprevent.eu

05 FEB 2019

Grote gedragenheid voor het memorandum Gokken

VAD, de Gezinsbond en de CAD Limburg uitten in de zomer van 2018 hun gezamenlijke bezorgdheid in verband met gokken en gokproblemen. Toen bleek dat deze bezorgdheid breed werd gedragen over diverse sectoren heen, gingen we in debat om een gezamenlijke visie uit te werken. Het resultaat was het memorandum Gokken.

De bereidheid tot engagement in het middenveld was groot om het memorandum te ondertekenen. Maar liefst 180 personen uit diverse sectoren ondertekenden het memorandum. Met z'n allen kunnen we inzetten op alle fasen van het zorgcontinuüm voor personen die problemen ervaren met gokken, van preventie tot voortgezette zorg.

Vier pijlers zijn belangrijk in de preventie en bij een integrale aanpak van gokproblemen en vullen elkaar aan: regels en afspraken, zorg en begeleiding, informatie en sensibilisering (educatie) en omgevings-interventies.

Het fundament voor een effectief beleid ligt bij een beschermend wetgevend kader. Mensen moeten hun spelplezier zelf kunnen invullen, maar dit moet kunnen binnen een bepaalde beschermende context. We moeten snel inspelen op de nieuwe evoluties binnen de kansspelsector en geen kansen laten liggen als het aan komt op de bescherming van de speler. Vanuit een gedragenheid doen we in het memorandum aanbevelingen voor het beleid, die we communiceren naar de naar de verschillende politieke partijen en beleidsmensen op lokaal, Vlaams, federaal en Europees niveau.

Verder verwachten we dat de kansspelsector haar verantwoordelijkheid opneemt en de beschermende maatregelen ter preventie van problematisch gokken mee ondersteunt.

Een paar quotes uit getuigenissen van ervaringsdeskundigen spreken boekdelen:

"De afgelopen jaren heb ik mij professioneel laten begeleiden en ook heel wat tijd doorgebracht in de psychiatrie. Mijn gokverslaving heeft geleid tot een chronische depressie en sociaal isolement. Op een bepaald ogenblik leek zelfdoding de enige uitweg. Hulpverlening die zich specifiek toespitst op gokverslaving staat helaas in België nog in haar kinderschoenen."

"Spelers worden gelokt met bonussen en er wordt een totaal onrealistische winstverwachting voorgespiegeld. Steeds meer jongeren wagen zich steeds jonger aan gokken... De sterke opkomst van online gokken heeft de drempel naar het gokken nog maar eens verlaagd."

"Zelf heb ik mij jaren geleden al op de "zwarte lijst" laten zetten zodat ik geen toegang meer heb tot (online) casino's en speelhallen in België. Casinobezoek in het buitenland blijft mogelijk… Bovendien kan je ondanks een uitsluiting blijven "spelen" op goktoestellen in openbare plaatsen zoals cafés of snookerzaken. En iedereen kan (uitgesloten of niet) vanaf 18 jaar wedden op sport; vaak in de lokale krantenwinkel."

"Pas nadat ik door 't gokken mijn job verloor en onder druk van mijn naasten hulp zocht, pas dan werd ik geholpen om van mijn verslaving af te raken."

"Telkens wanneer ik op een moment kwam dat ik probeerde te stoppen, werd ik bestookt met telefoons waarin gokinstanties een enquête voerden over hun website en of ik tevreden was. In ruil kreeg ik opnieuw €1000 speelkrediet in de vorm van freebets."


17 DEC 2018

Ook in 2019 zal het traject 'Reboot' voor risicovolle en problematische gamers georganiseerd worden

Opzet en visie

Reboot is een zorgmethodiek voor risicovolle en problematische gamers die nood hebben aan een offline herstart. Het kadert binnen het gedachtengoed van peersupport en vroeginterventie. Tijdens een Reboot-kamp komen deelnemers in contact met leeftijdsgenoten die een zelfde passie hebben voor gamen en waarbij de balans met een offline leven dreigt verstoord te worden of verstoord is. De jongeren maken op een ervaringsgerichte manier kennis met alternatieve vrijetijdsinvullingen en de uitbouw van een offline netwerk. Er wordt gewerkt met actieve, creatieve en reflectieve groepssessies met oog voor het individu, groepsdynamica en zelfontdekking. Jongeren worden aangemoedigd om het kampprogramma zelf mee vorm te geven. Er is een beperkte mogelijkheid tot gamen en het delen van de spelervaring met anderen. Van de deelnemers wordt verwacht dat ze actief deelnemen en leren initiatief te nemen tijdens de duur van het kamp. Na het kamp maken deelnemers deel uit van een online community om het verderzetten van gezamenlijke offline initiatieven te stimuleren.

Vlaamse implementatie

In 2017 werden twee Reboot-kampen succesvol georganiseerd door de CAD Limburg. Uit de evaluatie bleek dat deelnemen aan Reboot een meerwaarde was voor de jongere (en zijn/haar context) op vlak van de uitbouw van een offline netwerk en het anders invullen van vrije tijd.

In 2018 werden de eerste stappen in een Vlaamse uitrol gezet. Er gingen drie positief geëvalueerde kampen door: in Limburg, Oost-Vlaanderen en Antwerpen. Hierbij werd de nood gesignaleerd om verder te kunnen inzetten op ontmoeting na het kamp.

Om hieraan en om aan de vraag naar Reboot-kampen tegemoet te komen, werd opnieuw een verlengingsaanvraag ingediend bij het Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media. Deze werd goedgekeurd, zodat in 2019 regionale kampen kunnen worden georganiseerd. Met de input van de voorbije kampen werd door de CAD en VAD een draaiboek uitgewerkt dat andere regio’s ondersteunt om aan de slag te gaan met deze methodiek. Verder zal er meer worden ingezet op het organiseren van terugkomdagen om verbondenheid verder te stimuleren.

11 DEC 2018

Memorandum gokken

Op gokproblemen rust één van de grootste taboes. We hebben slechts beperkt zicht op de omvang van de problematiek, mede door de grote treatment gap. Ondanks de eerder beperkte zichtbare maatschappelijke overlast, is de impact van gokproblemen groot. Zo zal de persoon met gokproblemen veel tijd, geld en energie in het gokken steken. Hierdoor zal hij/zij niet meer al zijn/haar rollen binnen de samenleving kunnen opnemen. De gevolgen zijn groot voor zowel de persoon met een gokstoornis zelf, als zijn/haar omgeving. Financiële problemen, schaamte, angst en andere psychische problemen leiden onder andere tot een hoog suïciderisico.

Verontwaardiging en bezorgdheid gokproblematiek

Vanuit een gedeelde bezorgdheid slaan de verslavings- en gezondheidssector, Gezinsbond en consumentenverenigingen de handen in elkaar en formuleren wij dit memorandum. Wij beseffen dat het inzetten op preventie en zorg maar zin heeft als dit kan gebeuren binnen een flankerend beleid waarin vanuit de overheid ook wordt ingezet op wetgeving en de bescherming van de kwetsbare speler. Meerdere zinvolle initiatieven werden hiertoe reeds genomen. Toch merken wij dat de invloed van de kansspelsector, met zeer veel economische belangen, het neigt te halen van een (geestelijke) gezondheidsbeleid, het gezinsbeleid en het consumentenbeleid.

Met dit memorandum willen we standpunten van middenveldorganisaties samenvatten, versterken en het engagement van de verschillende organisaties vergroten. We doen voorstellen voor het beleid en willen daarnaast ook de kansspelsector responsabiliseren m.b.t. tot de mogelijke problematische gevolgen van gokken.

De Hoge Gezondheidsraad formuleerde in november 2017 een advies (nr. 9396) met betrekking tot gokstoornissen. De HGR raadt aan om structurele maatregelen in verband met het spelaanbod wettelijk te verankeren, om in te zetten op vroegdetectie en –interventie en om het bestaande zorgaanbod uit te breiden en beter bekend te maken. Ten slotte adviseert de Raad om meer onderzoek over deze problematiek te financieren.

Bescherming van de speler prioriteit

De bescherming van de speler, vanuit welzijns- en gezondheidsperspectief, zou steeds het kansspelbeleid moeten bepalen. Zo dienen beschermingsmaatregelen van de speler te primeren op de rendabiliteit van de sector en dient de gezondheidstoets steeds te gebeuren bij het nemen van beslissingen. Het lijkt ons moeilijk te verzoenen dat één orgaan zowel de winstgevendheid van de goksector vrijwaart, de bescherming van de speler dient te waarborgen, en het spel reguleert.

Een preventief beleid bestaat uit vier pijlers: regels en afspraken, zorg en begeleiding, informatie en sensibilisering (educatie) en omgevingsinterventies. Alle vier de pijlers zijn belangrijk in de preventie en aanpak van gokproblemen en vullen elkaar aan. Als deze pijlers evenwichtig worden uitgewerkt, ontstaat er een beleid waarbij verschillende maatregelen en acties op elkaar zijn afgestemd en elkaar versterken.

Regels en afspraken: wetgevende initiatieven

Mensen moeten hun spelplezier zelf kunnen invullen, maar binnen een bepaalde beschermende context. Zelfs al bevindt een gokker zich reeds in een problematische situatie, hij blijft spelplezier (neurobiologisch, “bijna winst”) ervaren. Een beschermend wetgevend kader is dus van uitzonderlijk belang.

Het fundament voor een effectief beleid ligt bij regels en afspraken. Gokproblemen voorkomen en de speler beter beschermen ligt in een aantal wetgevende initiatieven met nadruk op verbod of beperking van marketing en reclame, beperking van de beschikbaarheid (openingsuren, toegangscontrole, toegang verboden voor jongeren onder 21 jaar enz.), regulering van het spelaanbod (voor alle types), invoering van strategieën van zelfcontrole (uitsluitingen, limieten, enz.) en verfijning van het EPIS uitsluitingssysteem. Er moet ook aandacht zijn voor de tijd en het geld dat men verliest bij gokken (bv. via pop-ups). Het is belangrijk dat men kijkt naar wat men als individu kan verliezen en niet naar ‘labo’ gemiddelden. Momenteel wordt er werk gemaakt van wetgevende initiatieven waarbij alvast enkele van deze kernpunten, zij het slechts gedeeltelijk, worden meegenomen. Er moet daarnaast meer ingezet worden op vroeginterventie en zorg (zie verder)

Het legale aanbod faciliteren om het illegale gokaanbod aan banden te leggen is een onvoldoende beschermende maatregel. Ook het legale aanbod houdt risico’s in. De goedkeuring door de Kansspelcommissie is geen kwaliteitslabel dat een veilig aanbod garandeert. Sommige gokactiviteiten zijn verslavender dan anderen. Daar kan meer differentiatie en beperking gebeuren.

Daarnaast is het bij regelgeving van uiterst belang dat deze afdwingbaar is en dat er ook (voldoende) controles gebeuren.

Zorg en begeleiding

Aandacht voor gokproblemen in welzijn en zorg:

  • Door gokproblemen bespreekbaar te maken en het taboe hierover te verminderen (sensibiliseringscampagnes).
  • Door de kennis en de vaardigheden van gokkers te verhogen om de controle over hun gokgedrag te versterken.
  • Door kennis/sensibilisering bij eerstelijnszorgverstrekkers en hulpverleners in de geestelijke gezondheidszorg te versterken door in te zetten op vorming en opleiding.
  • Door systematische screening en vroegdetectie met de focus op kwetsbare groepen.
  • Door in een gedifferentieerd en specifiek hulpverleningsaanbod voor mensen met gokproblemen te voorzien: door te voorzien in meer gespecialiseerde centra, door ondersteuning van zelfhulpgroepen in elke provincie, door het aanbod aan online behandelingsmogelijkheden uit te breiden en het bestaande hulpverleningsaanbod te differentiëren (onder andere residentiele aanbod, groepswerking in elke provincie).
  • Door de inzet van ervaringsdeskundigheid binnen de hulpverlening (aanvullende expertise).
  • Door aandacht te hebben voor de familie en omgeving van de persoon met gokproblemen.
  • Door het aanbod en de weg er naartoe bekend te maken naar de doelgroep.

Informatie en sensibilisering (educatie): onderzoek, kwaliteits- en deskundigheidsbevordering

Onderzoek

We trachten ons voor de aanbevelingen in dit memorandum zo veel mogelijk te baseren op zaken die we reeds weten uit wetenschappelijk onderzoek. Helaas is er tot op heden nog te weinig kennis. Er is nood aan meer neutraal onderzoek. Zo zou bijvoorbeeld een sociale kost studie zeer waardevol zijn. Daarnaast is er ook nood aan onderzoek over de effectiviteit van beschermende maatregelen.

De kansspelsector (Nationale Loterij en privé-aanbieders) zou hiertoe kunnen bijdragen. De kansspelsector zou verplicht moeten worden om jaarlijks een bijdrage te doen aan een fonds voor neutraal wetenschappelijk onderzoek en om data aan te leveren.

Educatie

Naast onderzoek is het ook nodig om middelen vrij te maken voor preventie. Dit mag geen preventie door de kansspelsector zijn, maar moet door welzijns- en gezondheidsorganisaties gebeuren.

 

Specifiek educatie en sensibilisering vanuit de bredere samenleving naar kinderen, jongeren en jongvolwassenen toe is belangrijk. Kinderen en jongeren leren uit hun context en gebruiken dit als referentiekader. Dit sociaal leren zou ervoor kunnen zorgen dat gokken als aanvaardbaar en normaal wordt gepercipieerd en dat kinderen/jongeren zich niet bewust zijn van de mogelijke problemen die uit gokken kunnen voortvloeien.

 

Bij alcohol en gezonde voeding hebben we een duidelijke richtlijn. Voor gokken is dat niet het geval. Een referentiekader is nuttig, zo kunnen mensen beter inschatten vanaf wanneer er een probleem is. Er is dus nood aan een duidelijke en wetenschappelijk onderbouwde richtlijn die net als bij alcohol een antwoord geeft op de vraag ‘hoeveel is te veel?’.

Daarnaast bezitten de kansspeloperatoren heel wat informatie (big data) die een belangrijke waarde kunnen hebben de i.k.v. de bescherming van de speler. Momenteel worden deze data nog niet of zeer beperkt aangewend voor preventieve doeleinden of in kader van vroegdetectie en -interventie. We pleiten er voor om deze data anoniem ter beschikking te stellen voor onderzoek en preventie. Van hieruit kunnen tevens voorstellen tot wetgevende initiatieven gebeuren.

Omgevingsinterventies: reclame en marketing

De kansspelsector groeit, en dat zien we ook dagelijks in het straatbeeld, online en op de televisie. Zo waren we tijdens het WK voetbal 2018 getuige van een invasie aan reclame voor gokken. Reclame zorgt voor normalisatie van gokken. Daarnaast werkt reclame en het aanbieden van bonussen irrationele cognities in de hand. Ook elementen in games die gokervaring mee brengen, vallen onder reclame. Er is nood aan een wettelijk afdwingbaar initiatief. We dienen hierbij in eerste instantie kwetsbare groepen te beschermen. Daarbij vragen wij ook om de minimumleeftijd voor alle kansspelen op te trekken tot 21 jaar, gezien de kwetsbaarheid van jonge mensen en hun vaak beperkte financiële draagkracht. Dit dient zeker meegenomen te worden in de aankomende wetgevende initiatieven.

Het argument dat reclame voor het legale aanbod mensen weg houdt van het illegale aanbod is niet onderbouwd. Door reclame vestig je de aandacht op gokken an sich.

Voorstellen voor het beleid:

Op nationaal vlak (samenwerking federaal en gemeenschappen en gewesten) moeten de aanbevelingen van de HGR en de Visienota van de Algemene Cel Drugsbeleid omgezet worden in een globaal beleidsplan gokken. Vertrekpunt is dat gokproblemen een belangrijk probleem voor volksgezondheid vormen, en dat de bescherming van de speler absolute prioriteit verdient. Er is nood aan een Beleidsnota waarin alle betrokken overheden zich engageren, die zowel gericht is op de aanpak van de vraag- als van de aanbodszijde.

Er moet een onderzoeksfonds voor de gokproblematiek worden opgericht om neutraal onderzoek te financieren dat leidt tot betere kennis van de problematiek en van de effectiviteit van preventie en hulpverlening. De gokoperatoren moeten verplicht worden om hun databanken ter beschikking te stellen van onafhankelijke onderzoekers, én om dit fonds te spijzen.

Op nationaal/federaal vlak is er nood aan wetgeving die het aanbod reguleert, het aantal vergunningen beperkt (zowel real life als online en virtuele weddenschappen), reclame en marketing verbiedt, een performant uitsluitingssysteem mogelijk maakt, maximale inzetten oplegt, vanuit het standpunt van bescherming van de speler.

Op niveau van de Vlaamse Gemeenschap moet verder ingezet worden op het continuüm van preventie, screening en vroeginterventie en diverse vormen van hulpverlening. Er is nood aan uitbreiding van het bestaande aanbod, dat tevens voldoende laagdrempelig moet zijn. Er moet aandacht gaan naar het doorbreken van het bestaande taboe om de treatment gap te verkleinen. Daarenboven moet worden ingezet op meer kennis over gokken bij de algemene bevolking en deskundigheidsbevordering van actoren in preventie en zorg.

Op Europees (en internationaal) niveau kunnen een aantal wetgevende maatregelen worden genomen om het online gokken te reguleren en de illegale goksites op te sporen en offline te houden.

Dit Memorandum kan je  hier tekenen

07 DEC 2018

VAD-Leerlingenbevraging 2016-2017: Jongeren drinken later alcohol, maar alcohol blijft de meest gebruikte drug.

Met de jaarlijkse leerlingenbevraging houdt VAD al twee decennia lang de vinger aan de pols wat betreft het gebruik van alcohol, tabak, medicatie en illegale drugs en het gok- en gamegedrag bij leerlingen uit het secundair onderwijs (ASO, BSO en TSO). De onderzoeksresultaten uit het schooljaar 2016-2017 brengen enkele nieuwe trends aan het licht. Alcohol blijft duidelijk de meest gebruikte drug. Meer dan de helft van de leerlingen (53,3%) dronk het jaar voor de bevraging alcohol. Eén op acht deed dat zelfs op regelmatige basis, gaande van wekelijks tot dagelijks (12,3%). In een doorsneeklas van 20 leerlingen is er één leerling die gemiddeld meer dan 10 glazen alcohol per week drinkt (4,2%). Bij de 17-18-jarigen zijn dat per klas al meer dan 2 leerlingen (11,4%). Meer dan een kwart heeft zich het voorgaande jaar dronken gevoeld (26,5%). In de oudste leeftijdsgroep doet één op de drie leerlingen maandelijks of wekelijks aan bingedrinking (32,5%).

Het drinken van alcohol heeft bij jongeren een negatieve invloed op hun hersenen die nog volop in ontwikkeling zijn. Wettelijk gezien is het verboden om alcohol te verkopen of te verstrekken onder de 16 jaar en de verkoop of het schenken van sterke drank is verboden onder de 18 jaar. Deze wettelijke restricties lijken jongeren onder de 16 jaar steeds meer van de alcohol af te houden. De gemiddelde leeftijd waarop voor het eerst alcohol wordt gedronken ligt een stuk hoger dan enkele jaren geleden. Daarenboven daalde het aantal jongeren onder de 16 jaar dat ooit al alcohol dronk van 68% in 2007-2008 naar 40,6% in 2016-2017, een trend die zich niet voordoet bij leerlingen van 16 jaar en ouder. Deze evolutie toont aan dat een verhoging van de wettelijke minimumleeftijd naar 18 jaar heel wat gezondheidswinst zou opleveren. Ook VAD en de Hoge Gezondheidsraad raden in hun wetenschappelijk onderbouwde richtlijn af alcohol te drinken onder de 18 jaar.

Het tabaksgebruik tijdens het laatste jaar blijft hoog bij de oudste leeftijdsgroepen. Bij de 15-16jarigen rookte 26%, bij de 17-18-jarigen liefst 41%. In die laatste groep stijgt het aantal rokers met meer dan 3% tegenover vorig schooljaar, bij de 15-16-jarigen is er een lichte stijging. Bekijken we de evolutie van het laatstejaarsgebruik over 10 schooljaren, dan rookte in het schooljaar 2007-2008 gemiddeld 1 op 4 leerlingen, vandaag is het nog steeds 1 op 5. Voor de twee hoogste leeftijdsgroepen schommelen de cijfers het voorbije decennium van schooljaar tot schooljaar, maar ze blijven redelijk stabiel en hoog.

Wat betreft illegaal druggebruik is cannabis het meest voorkomend. In tegenstelling tot bij alcohol en roken is er geen duidelijke daling van het gebruik vast te stellen. In 2007-2008 gebruikte 11,8% van de leerlingen het voorgaande jaar cannabis, in 2016-2017 is dat 12,3%. Regelmatig gebruik kende in diezelfde periode een lichte daling, van 2,9% naar 2,2%. Bekijken we die evolutie vanaf het begin van deze eeuw, dan is die daling veel duidelijker: van 6,2% in 2000-2001 naar 2,2%. Andere illegale drugs dan cannabis worden uitzonderlijk gebruikt. Slechts 2,1% van de leerlingen heeft ze het voorgaande jaar gebruikt. Regelmatig gebruik komt amper voor (0,7%).

Van alle bevraagde gokvormen is spelen op krasbiljetten duidelijk de meest voorkomende (11,2% laatste jaar, tegenover 6% of minder voor de andere gokvormen). Maar als we kijken naar het aandeel frequent gokken, van 1 keer per week tot dagelijks, dan blijkt gokken op sportwedstrijden de nummer 1 te zijn (1,2%, tegenover 0,5% of minder voor de andere gokvormen). Sportweddenschappen zijn duidelijk een jongenszaak. 10,5% van de jongens gokte op die manier in het voorgaande jaar, bij de meisjes was dit 1,4%. 2,6% van de jongens gokt regelmatig, tegenover 0,1% van de meisjes. Bovendien zijn sportweddenschappen de enige gokvorm die de laatste jaren geen neerwaartse trend vertoont.

Meer info: VAD

Bron: VAD